Corynebacterium bovis
Voorkomen
De belangrijkste bronnen van Corynebacterium bovis zijn het tepelkanaal en de uier van de koe.
Ziekteverloop en klinische verschijnselen
Corynebacterium bovis is een typische “minor pathogeen” (= minder schadelijk) en koloniseert in de eerste plaats het tepelkanaal. Uierinfecties veroorzaakt door Corynebacterium bovis verlopen bijna uitsluitend subklinisch en gaan gepaard met een milde toename van het aantal cellen in de melk en een erg beperkte daling van de melkproductie.
Behandeling
Uierinfecties veroorzaakt door Corynebacterium bovis dienen gezien het erg milde karakter van de bacterie niet te worden behandeld met antibiotica.
Preventie
Corynebacterium bovis is een typische uiergebonden bacterie die zich vooral tijdens het melken van koe tot koe verspreidt. Een goede tepeldesinfectie na het melken door zorgvuldig te dippen en het op de juiste manier droogzetten van alle koeien zijn de belangrijkste maatregelen om uierinfecties met Corynebacterium bovis te voorkomen.
Trueperella pyogenes (Arcanobacterium pyogenes)
Voorkomen
Arcanobacterium pyogenes is de typische “zomerwrangbacterie”. Zomerwrang komt – vandaar de naam – voornamelijk voor in de zomermaanden en dit meestal enkel bij droogstaande koeien en vaarzen. Dit houdt verband met het feit dat de kiemen worden overgebracht door de zomerwrangvlieg of Hydrotea irritans. Deze vlieg is voornamelijk actief tijdens de zomer en dan vooral bij warm en vochtig weer. Ze houdt zich het liefst op boven zandgronden waar weiland wordt afgewisseld met bos en dus kunnen we op dergelijke weiden de meeste problemen verwachten.
Ziekteverloop en klinische symptomen
In de meeste gevallen zijn de dieren behoorlijk ziek: ze hebben koorts, komen niet eten en zonderen zich af van de kudde. Bij nadere controle blijkt het aangetaste kwartier erg gezwollen en opgezet te zijn. Het is erg pijnlijk en het secreet is bloederig en etterig.
Behandeling
Alleen als men er snel bij is, kan het kwartier in een zeldzaam geval gered worden door een goede algemene en lokale behandeling. Het consequent en systematisch leegtrekken van het aangetaste kwartier is nodig. Betreft het een al oudere infectie dan is er sprake van abcesvorming en zal de behandeling er uit bestaan het abces te draineren. Hiervoor dient uiteraard de dierenarts te worden geraadpleegd, welke de tepel zal klieven of afzetten. Dit zorgt ervoor dat de ettervlokken makkelijker uit het kwartier weg kunnen lopen, zodat ze het dier niet verder ziek maken. Daarnaast is het algemeen behandelen met penicilline noodzakelijk om uitzaaiingen in het lichaam effectief te bestrijden. Ook een langwerkende pijnstiller mag niet vergeten worden, want de dieren hebben pijn. Indien de koorts erg hoog is, moet ook deze afdoende bestreden worden.
Preventie
De preventie van zomermastitis zal er voornamelijk uit bestaan vliegen te bestrijden bij de droge koeien en drachtige vaarzen tijdens het weideseizoen. Dit zal er niet alleen toe leiden dat er minder zomerwrang voorkomt in de kudde, maar ook dat andere uierinfecties minder kans krijgen zich te ontwikkelen. Ook het afsluiten van de slotgaten met uitwendige tepelafsluiters en het op een juiste manier droogzetten van de koeien werken preventief. Droogstaande dieren niet op risicoweiden plaatsen of eventueel binnenhouden tijdens risicomomenten kunnen ook een uitkomst bieden, maar zijn niet altijd even praktisch toepasbaar.
Pseudomonas
Voorkomen
Pseudomonas spp. is een kiem die wijd verspreid in de omgeving van de koeien voorkomt. Deze kiem komt voor in de bodem, mest, voeder en zelfs in besmet water of bevuilde dipbekers.
Ziekteverloop
Vooral dieren met een verminderde weerstand zijn gevoelig voor infecties met Pseudomonas spp.. Uitbraken met Pseudomonas spp. komen vooral voor bij hoogproductieve dieren in het begin van de lactatie, al kunnen uitbraken ook voorkomen bij dieren in midden tot late lactatie. Pseudomonas spp. kan zowel een zeer acuut als mild of zelfs subklinisch verloop kennen. Sommige infecties leiden tot sterfte.
Behandeling
Pseudomonas spp. is erg resistent voor meerdere antibiotica en dus erg moeilijk succesvol te behandelen. Een bacteriologisch onderzoek van de melk met een bijbehorend antibiogram is dus erg belangrijk! Pseudomonas spp. kan zelfs in flesjes met antibiotica groeien. In de meeste gevallen is opruimen van besmette koeien helaas de enige oplossing.
Preventie
Aangezien Pseudomonas spp. het best kan overleven in een vochtige omgeving en in water is het belangrijk om de omgeving zo droog en schoon mogelijk te houden en stilstaand water te vermijden.
Prototheca
Voorkomen
Prototheca zijn algen die overal in de omgeving (vooral natte plaatsen) van de koeien kunnen voorkomen. Ze kunnen ook voorkomen in stromend of stilstaand water, watertanken, het spoelwater van de melkmachine, tepeltoppen en tepelvoeringen. Ze werden zelfs reeds geïsoleerd uit de feces van ratten aanwezig op een melkveebedrijf. Aangezien ze dus overal kunnen voorkomen op een melkveebedrijf en zowel geïsoleerd werden op melkveebedrijven met als zonder uiergezondheidsproblemen is het vaak erg moeilijk om de juiste oorzaak/plaats te lokaliseren.
Ziekteverloop en klinische verschijnselen
De meeste uierontstekingen veroorzaakt door Prototheca verlopen klinisch, blijven gedurende lange tijd persisteren (zelfs tijdens de droogstand) en reageren niet op antibiotica. Koeien met een Prototheca infectie kunnen zowel het tankmelkcelgetal als het kiemgetal sterk verhogen en hun melkproductie is meestal sterk gedaald. Opruimen is dus helaas de beste oplossing.
Behandeling
Aangezien Prototheca geen bacteriën zijn, is behandeling van Prototheca-mastitis onmogelijk.
Preventie en controle
De omgeving is de belangrijkste bron van infectie. De koeien infecteren zich vooral kort na het melken. Eventueel kan het dippen met een barrièredip de kans op infectie kort na het melken verminderen. Toch is het belangrijk dat ook de melkmachine en de melktechniek in het algemeen op punt staan. Een slecht werkende melkmachine samen met een niet optimale melktechniek en een groot aantal besmette koeien kan de overdracht van Prototheca infecties van de ene koe naar de andere in de hand werken.
Gisten en schimmels
Voorkomen
De overgrote meerderheid van de uierontstekingen worden veroorzaakt door bacteriën. Naast bacteriën kan de uier ook geïnfecteerd zijn met gisten en schimmels. Gisten en schimmels komen overal in de omgeving voor.
Ziekteverloop en klinische verschijnselen
Net zoals alle andere uierontstekingen kunnen uierontstekingen veroorzaakt door gisten en schimmels zowel subklinisch als klinisch verlopen. De klinische uierontstekingen kennen vaak een erg acuut verloop met een sterke zwelling van de uier en koorts.
Behandeling
Gisten en schimmels zijn niet gevoelig voor antibiotica en kunnen dus niet worden behandeld. Regelmatig tussendoor leegtrekken van het aangetaste kwartier bevordert het herstel.
Preventie
Infecties met gisten en schimmels kunnen het best worden voorkomen door zowel de lacterende als de droogstaande koeien van een droge en schone huisvesting te voorzien voor. Gisten en schimmels komen ook vaak in de uier terecht bij het inbrengen van uiertubes of droogzetters. Om uierinfecties met gisten en schimmels te voorkomen is het daarom ook erg belangrijk de speentop goed te ontsmetten alvorens een uierinjector in te brengen. Koeien die verschillende keren na elkaar worden behandeld, zijn gevoeliger voor infecties met gisten en schimmels.
Bacillus spp.
Voorkomen
Bacillus spp. komen overal in de omgeving voor (water, stof, mest, …). Ze zijn echter zelden oorzaak van uierontstekingen.
Ziekteverloop en klinische verschijnselen
Uierontstekingen veroorzaakt door Bacillus spp. verlopen ofwel heel acuut of gaan gepaard met een sterke celgetalverhoging.
Behandeling
Er is weinig of geen informatie beschikbaar over de best toe te passen behandeling bij uierinfecties veroorzaakt door Bacillus spp.
Preventie
Infecties met Bacillus spp. kunnen het best worden voorkomen door zowel de lacterende als de droogstaande koeien van een droge en schone huisvesting te voorzien. Bacillus spp. komen ook vaak in de uier terecht bij het inbrengen van uiertubes of droogzetters. Om deze uierinfecties te voorkomen is het daarom ook erg belangrijk de speentop goed te ontsmetten alvorens een uierinjector in te brengen.