Wat is Giardia?
Giardia is een vaak voorkomende maagdarmparasiet. Hoewel een infectie met de Giardia parasiet bij veel dieren nauwelijks klachten geeft, kan deze bij sommige dieren een hardnekkige, terugkerende diarree veroorzaken. Vooral bij dieren met een lage weerstand, zoals puppy’s en kittens, kan de Giardia parasiet diarreeklachten en een groeiachterstand kan veroorzaken.
De diagnose is eenvoudig te stellen, maar de behandeling vraagt de nodige inspanning. De behandeling betreft niet alleen het dier met klachten, maar alle huisdieren in het gezin. In de omgeving van de patiënt kan de parasiet langdurig aanwezig blijven. Het komt daarom veel voor dat een hond of kat zicht opnieuw besmet. Daarom is het desinfecteren van de omgeving belangrijk ter voorkoming van herbesmetting.
Hoe loopt een hond of kat Giardia op?
Giardia is een ééncellig organisme en is, na de spoelworm Toxocara, de meest voorkomende maagdarmparasiet bij de hond. Ook bij de kat en zelfs de mens kan Giardia voorkomen.
Op plekken buitenshuis waar veel honden en katten komen, is Giardia bijna altijd aanwezig. Ook in het wild levende dieren kunnen de parasiet bij zich dragen en zo bijdragen aan de besmetting van de omgeving. De hond of kat wordt besmet door het opeten van de parasiet. Bijvoorbeeld door buiten te eten of te drinken, of door het likken aan de poten na het uitlaten.
Als uw huisdier niet buitenkomt, kunt u de parasiet zelf meebrengen via bijvoorbeeld uw schoenen en op die manier uw huisdier besmetten.
Het is daarmee eigenlijk onmogelijk om te voorkomen dat uw dier Giardia oploopt, maar voor de meeste dieren is dit ook niet erg, ze hebben er geen last van. Jonge en zwakke dieren kunnen echter welk ziek worden van Giardia.
Besmettingsgevaar voor de mens
Mensen kunnen ook Giardia infecties oplopen, ook hier geldt dat vooral kinderen en mensen met verminderde weerstand hier diarree van kunnen krijgen. Besmetting verloopt ook via de mond. Let dus goed op de eigen hygiëne: was na elk contact met je hond of kat je handen, en pas op met zwemmen in de buitenlucht.
Wat zijn de symptomen?
De meeste dieren met Giardia hebben geen problemen, maar bij sommige dieren kan Giardia voor darmproblemen zorgen.
Meestal hebben dieren last van diarree met zachte tot waterige ontlasting. De ontlasting kan sterk ruiken, slijmerig of vettig zijn. Soms gaat de diarree vanzelf weer weg, vaker plots optreden en weer weggaan (intermitted), of langdurig aanwezig zijn (chronisch.) Dieren kunnen ook afvallen, dit gebeurt vooral bij een ernstige of langdurige besmetting.
Sommige katten en honden hebben last van braken, slecht eten, darmkramp en sloomheid.
Als dieren vaker last van Giardia besmetting hebben, is er vaak een achterliggende oorzaak waardoor ze vatbaar zijn. Zo kan er een slechte immuniteit zijn, stress, verkeerde voeding of allergieën.
Hoe stellen we de diagnose?
De diagnose kan gesteld worden door de ontlasting te laten onderzoeken bij uw dierenarts. In ons laboratorium zoeken we dan onder de microscoop naar Giardia cellen.
Geen enkele test is 100% gevoelig, dat betekent dat een test wel eens negatief uitvalt (geen Giardia gevonden) , terwijl uw dier wel Giardia bij zich draagt.
Behandeling van Giardia
Giardia is goed te behandelen met medicatie die de parasieten doodt, eventueel aangevuld met een licht verteerbaar dieet zoals Hill’s i/d om de darmen tot rust te laten komen.
Net zo belangrijk als de medicijnen is het reinigen en desinfecteren van vacht en omgeving! De “eitjes” van Giardia (cysten) kunnen namelijk in de vacht de omgeving terecht gekomen zijn en zo steeds opnieuw uw dier besmetten.
Ook moeten alle andere dieren in huis behandeld worden, ook al hebben ze geen klachten, aangezien ze immers drager kunnen zijn en ook zo continu voor herbesmetting zorgen.
De volgende acties kunt u ondernemen Giardia hetbesmetting te voorkomen:
- Ruim ontlasting snel op en reinig de plekken grondig (maak de kattenbak dagelijks schoon.)
- Was kleedjes en dekens in heet water (45 graden: minimaal 20 minuten, 70 graden: minimaal 5 minuten).
- Was het dier (met name de achterhand) om cysten uit de vacht te verwijderen.
- Zorg dat het dier alleen uit zijn eigen bak eet en drinkt en reinig deze goed.
- Houd de omgeving droog; cysten overleven minder lang in droge en zonnige omstandigheden.
- Reinig de plekken waar het dier vaak komt, inclusief gladde oppervlakken. Gebruik een desinfectiemiddel op basis van quaternaire ammoniumverbindingen (minimaal 5 minuten inwerktijd) of chloor (met goede ventilatie). Of gebruik een stoomreiniger voor materialen die niet gewassen of ontsmet kunnen worden.
- Was uw handen grondig na contact met het dier of het opruimen van ontlasting.
- Voorkom contact tussen het dier en speelgoed van jonge kinderen; reinig speelgoed dan met heet water.