Een pasgeboren cria heeft nog geen actief afweersysteem, en is voor zijn afweer volledig afhankelijk van de antilichamen die de biest (eerste moedermelk) bevat. Deze antilichamen worden door de darmwand van de cria opgenomen, en komen zo in de bloedbaan terecht. 24 uren na de geboorte, is het echter voor de darm niet meer mogelijk om deze antilichamen op te nemen.
Dit betekent dus dat de afweer van een cria volledig bepaald wordt door de biestopname gedurende de eerste 24 levensuren. Is de eerste levensdag van een veulen twijfelachtig, dan is er steeds risico dat de cria te weinig afweer zal hebben. We kunnen dit ondersteunen door de cria plasma te geven.
Bloedplasma is het gelige, vloeibare gedeelte van bloed. Het is eigenlijk bloed, maar dan zonder rode en witte bloedcellen. Het wordt bereid door onstolbaar gemaakt bloed te centrifugeren, zodat de bloedcellen naar de bodem zakken. Het resterende plasma bevat onder andere eiwitten (waaronder antilichamen) en voedingsstoffen. Vooral de antilichamen die in het plasma aanwezig, zijn van belang voor de pasgeboren crias die een plasma-infuus krijgen.
Redenen om plasma te geven
- Prematuur veulen, slecht of traag op de been dus weinig biestopname
- Moeder geeft weinig biest
- Tepels van de moeder zijn te groot zodat het veulen ze niet in de mond kan nemen
- Moeilijke geboorte met zuurstoftekort en als gevolg verzwakking
- Onderkoeling met als gevolg verminderde antistoffenopname in de darm