PPID treft 20-30% van de paarden ouder dan 15 jaar en komt dus vrij veel voor. Toch wordt het vaak niet herkend door de eigenaar van het paard, zeker in vroege stadia. Een paard met PPID wat niet ondersteund wordt, heeft een hoge kans om hoefbevangenheid te ontwikkelen en een minder goede algehele conditie. PPID is niet te voorkomen of genezen, maar met goed management is een prettige oude dag zeker mogelijk.
Symptomen van PPID
Het typische beeld van een paard met PPID, is een paard met een lange vacht, wat arm bespierd is met een holle rug en hangbuik. In een vroeg stadium zien we dit beeld echter meestal nog niet. Vaak zijn de eerste signalen mild: het paard gaat wat meer drinken en plassen, is wat lusteloos, zweet veel en/of het uithoudingsvermogen neemt af.
Paarden met PPID zijn gevoeliger voor infecties, hebben een minder goede wondgenezing en het onderhoud van gebit en hoeven vraagt meer aandacht. Ook hoefbevangenheid komt bij paarden met PPID veel voor.
De symptomen van PPID hebben overlap met de symptomen van EMS (Equine Metabolic Syndrome), maar de twee hormoonstoornissen zitten iets anders in elkaar. EMS komt vaker voor bij jonge paarden, er treed geen vachtverandering of spierverlies op en paarden drinken en plassen normaal.
Oorzaak van PPID
PPID werd voorheen de ziekte van Cushing genoemd. De ziekte van Cushing komt voor bij honden en mensen en geeft enkele vergelijkbare symptomen, maar heeft een andere oorzaak. Daarom is de term PPID meer passend. PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction en betekent zoiets als “ontregeling van de hypofyse”. De hypofyse is een klein onderdeel van de hersenen wat hormonen afgeeft. Bij het ouder worden van het paard ontstaat door een verstoring in de zenuwvezels van de hypofyse, waardoor er minder dopamine (gelukshormoon) afgegeven. Als gevolg daarvan wordt de afgifte van twee andere hormonen, MHS en ACTH niet meer geremd. MHS zorgt voor de dikke vacht, ACTH stimuleert het stresshormoon cortisol, wat te maken heeft met de abnormale vetverdeling en insulineresistentie.
Behandeling van PPID
Voor we starten met deze medicatie is het noodzakelijk om een bloedonderzoek uit te voeren naar de hoogte van de stresshormonen in het paard om met zekerheid vast te stellen dat er sprake is van PPID. Omdat de aandoening degeneratief is, zorgt tijdige diagnose en behandeling dat achteruitgang zoveel mogelijk beperkt wordt.
Wanneer PPID is vastgesteld, kan medicatie gegeven worden om de verstoring in de hormoonhuishouding te ondersteunen. De ontregeling van de hypofyse is niet te herstellen, daarom zal de medicatie levenslang gegeven moeten worden. Daarnaast kan ook het management bijdragen aan het welzijn van het paard. Paarden met PPID reageren slecht op suiker, daarom zal het rantsoen moeten aangepast met meer eiwitten en minder suikers. Dit verlaagt ook de kans op hoefbevangenheid. Daarnaast houdt voldoende beweging het paard lichamelijk en geestelijk langer fit.
De behandeling van PPID slaat vaak goed aan waardoor het paard nog een fijne oude dag kan hebben. De lichamelijke conditie zal verbeteren en het paard zal zich beter voelen.
Heeft uw paard mogelijk PPID?
Heeft u een ouder wordend paard en zijn herkent u de hierboven beschreven symptomen die mogelijk op PPID kunnen wijzen? Neem dan contact op met de praktijk. Vroegtijdig ingrijpen zorgt dat erge symptomen kunnen worden voorkomen en maakt de kans op een fijne oude dag groter.